|
Boek 2, Prelude nr. 12
Feux
d'artifice
(vuurwerk)
James
MacNeill Whistler
Nocturne in black and gold: the falling rocket
De slotprelude
verwijst niet alleen naar het vuurwerk dat de Fransen jaarlijks op
14 juli - de nationale feestdag waarop de Franse Revolutie wordt
herdacht - afsteken. Ook in muzikaal en pianistisch opzicht is er
sprake van vuurwerk. Volgens Debussy-specialist Paul Roberts zou de
componist een schilderij van James MacNeill Whistler in gedachten
hebben gehad: Nocturne in black and gold: the falling rocket.
Een technisch virtuoos en indrukwekkend doek. In elk geval is bekend
dat schilders die gewaagde standpunten durfden in te nemen Debussy
vaak meer inspireerden dan de muziek van zijn collega-componisten.
Wat opvalt is het spectaculaire en gedurfde élan. De muziek
spettert alle kanten op. Tegen het einde wordt een climax
opgebouwd die uitmondt in een dubbelgissando (van zwarte en
witte toetsen tegelijk) dat praktisch het hele klavier in beslag
neemt. Als het feest voorbij is klinken nog flarden van de
Marseillaise door de nacht.
Bronnen
|
|
|