rene.eckhardt@xs4all.nl |
Charles
Ives' & Second (Concord) Sonata
door |
|
Charles
Ives (1874-1954) Mensen die Ives hebben horen
spelen, vertellen van zijn grote improvisatietalent. Aan de
piano beeldde hij zijn wildste fantasieën uit. Hij leverde
er commentaar bij of zong er enthousiast doorheen.
Karakteristiek voor Ives is dat hij liedjes uit zijn jeugd,
marsen, kerkgezangen, ragtime en citaten uit de muziekgeschiedenis (o.a.
Beethoven) op een originele manier weet te verbinden.
Citeren zat Ives in het bloed en kenners van traditioneel
volksgoed vinden in zijn werk nog steeds andere citaten. Dit spel met de Amerikaanse muzikale traditie viert hoogtij in Ives' twee pianosonates. Het zijn monumentale vertellingen die ver uitstijgen boven het aaneenrijgen van dierbare jeugdherinneringen of het naast elkaar zetten van verschillende stijlen. Ze vormen de muzikale expressie van een oorspronkelijke levensfilosofie waarin voor alles een plaats is - behalve voor technische of esthetische dogma's. Een pianist kan zich zijn hele
leven met deze twee stukken bezighouden want er blijft
altijd iets nieuws te ontdekken.
First
Sonata (ca.
1900-1910) Amerikaanse
hymnes
vormen de essentiële muzikale inhoud van deze sonate. Ives
hoorde ze als kind tijdens godsdienstige bijeenkomsten in
New England. Hun intervallen, motieven en ritmes zijn de
bouwstenen voor deze compositie. Door de beschouwelijke polyfonie van deel 1 heen klinken
flarden van de hymne I was a Wandering Sheep. Deel 3
is een fantasie op de hymne What a friend we have in
Jesus. Het is een uitbeelding van de openlucht-
bijeenkomsten die plaatsvonden onder leiding van Ives'
vader, een koor- en bandleider. In zijn Memos
schrijft Ives: “I remember how great waves of sound
used to come through the trees when the hymns were sung by
thousands of 'let out' souls. There
was power and exaltation in these great conclaves of sound
from humanity.” Verder speelt een totaal andere muzieksoort een belangrijke
rol in deze sonate: ragtime. De delen 2 en 4 zijn
bewerkingen van ragtimes die Ives eerder geschreven had. Het
sterke ritmische élan van de ragtime inspireerde hem tot
polyritmische structuren van vijf tellen in de rechter hand
tegen drie in de linker hand of tien tegen zeven. Dergelijke
voor die tijd geavanceerde ritmes kon Ives zelf feilloos
horen en spelen. Deel 2b, In the Inn, werd geïnspireerd
door George Felsburg, pianist van 'Poli's', een
theatertje in New Haven dat Ives vaak bezocht. Ives bewonderde hem zeer.
Felsberg stond erom bekend tijdens zijn forse en virtuoze
spel ook nog de krant te kunnen lezen. Als hij pauzeerde om
een glas bier te gaan drinken, nam Ives het wel eens van hem
over.
Piano
Sonata no. 2, 'Concord, Mass. 1840-1860' (gecomponeerd
tussen 1911 en 1916) Ives schreef in zijn Essays
before a Sonata over zijn Piano Sonate no. 2: “The
whole is an attempt to present one person's impression of
the spirit of transcendentalism that is associated in the
minds of many with Concord, Mass., of over a half century
ago. This is undertaken in impressionistic pictures of
Emerson and Thoreau, a sketch of the Alcotts, and a scherzo,
supposed to reflect a lighter quality which is often found
in the fantastic side of Hawthorne (1804-1864).” Het 'Beethovenmotief', de eerste vier noten van Beethovens Vijfde Symfonie, speelt een belangrijke rol in de Concord Sonata. Het bekende motief bestaat uit drie repeterende noten en een dalende grote terts, net als het begin van de hymne Jesus, lover of my soul die in de hele compositie een rol speelt. Het Beethoven-citaat en de hymne dienen dus beide als bouwsteen van het werk. Het openingsmotief van Beethovens Vijfde wordt wel omschreven als het 'noodlotsmotief'. Ives gaf er een andere filosofische invulling aan, te weten: 'The Soul of humanity, knocking at the door of the Divine Mysteries'. Ralph Waldo Emerson was de leidsman van de
trancendentalisten. Een van zijn bekendste uitspraken die
zijn levensfilosofie weerspiegelt is: "What
lies behind us and what lies before us, are tiny matters
compared with what lies within us." Hij was Ives' grote
held. Het
eerste deel van de Concord dat Emerson portretteert is ook
het langste. In deel twee, Hawthorne, moet de hymne Jesus,
lover of my soul gespeeld worden "as a Hymn, sometimes
heard over a distant hill after a heavy storm". In dit deel
dient de pianist in een passage gebruik te maken van een z.g.
clusterlat van 38 cm. zodat er twee octaven van zwarte
toetsen zeer gelijkmatig en zacht mee kunnen worden
aanslagen. Bronnen: |
||||||||||
|
|