|
Boek 2 Prélude
nr. 3
La
puerta del vino
(De
wijnpoort)
De muur
rond het beroemde Moorse paleis Alhambra in het Spaanse Granada heeft vele
poorten. Een daarvan is de zogeheten Wijnpoort. Debussy liet zich bij het
schrijven van deze Prélude inspireren door een ansichtkaart van de
Wijnpoort die hij vermoedelijk van zijn Spaanse collega Manuel de Falla
had gekregen. Op
de ansicht staat de Wijnpoort in de schaduw van hoge bomen en valt er
helder zonlicht op de weg die in de verte onder de poort zichtbaar is."Daar ga ik wat mee doen", aldus
Debussy. Het
waren niet zozeer de fraaie vormen en kleuren van de Wijnpoort zelf als
wel de levendige taferelen op het plein voor de poort die Debussy's
fantasie prikkelden. De Wijnpoort was vanouds een ontmoetingsplaats van
de zigeuners. Het turbulente leven op het plein waar het leven dagelijks
werd gevierd met wijn en flamenco inspireerde Debussy tot deze
gepassioneerde Prélude.
|
In de 19e eeuw was men geneigd het leven van
zigeuners te idealiseren. Kunstenaars identificeerden zich graag met de
vermeende vrije en onbezorgde levensstijl van zigeuners. Zij noemden zich
'bohemiens' naar de Bohemen waar zigeuners beweerden vandaan te komen. 'Bohemien'
is nog steeds de naam voor iemand die een
onconventioneel,
artistiek leven leidt. De
Franse chansonnier Aznavour, zoon van arme kunstenaars in het Parijs van
het begin van de 20ste eeuw, schreef het chanson La Bohème, een
lied vol weemoed en verlangen naar het leven van de Parijse bohemiens.
|
Met
uitzondering van een bezoekje van een paar uur aan de Baskische plaats St.
Sebastián was Debussy nooit in Spanje geweest. Maar hij kende de Spaanse
volksmuziek van de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs waar hij
flamenco hoorde. "Daarin gaat verbeeldingskracht samen met zoveel
ritme", zei hij vol bewondering.
In
zijn Prélude legde de componist onder de snelle melodische
versieringen
van de flamenco
het langzame ritme van de habanera,
een dansritme dat in 1830 in Havana, de hoofdstad van Cuba ontstond en
wereldwijd zeer populair werd. De
Falla vond de prelude een uitdrukking van de betovering van de Andalusiche
avonden.
|
Debussy
was niet de enige Franse componist die de habanera gebruikte.
Bizet liet zich erdoor inspireren bij het schrijven van de beroemde
aria L'amour est un oiseau rebelle in zijn opera Carmen en
Saint-Saëns in zijn Havanaise voor viool en orkest. De
habanera kwam ook terecht in de tango's van Astor Piazzolla. En Elvis Presley zong de beroemde habanera La
Paloma van Sebastian Yradier in zijn song No more.
|
Ten
slotte had Debussy een grote bewondering voor Iberia van de Spaanse componist Isaac
Albéniz.
Iberia is een
monumentaal pianowerk bestaande uit vier boeken met impressies van Spanje
en werd door Albéniz tussen 1906
en 1909 in Parijs geschreven.
De
Prélude La puerta del vino heeft, kortom, een onmiskenbaar
Spaans karakter - evenals haar tegenhanger La sérénade interrompu
in Boek I. De Spanjaard De Falla had grote bewondering voor het intens
Spaanse karakter van deze Prélude.
©
René
Eckhardt en Saar Roelofs
|
|
|